Uitleg liturgische kleuren kerkelijk jaar
Overzicht liturgische kleuren
Kerkelijk jaar
● Advent – paars
(Derde zondag van advent – roze)
● Kerstavond t/m Epifanie (6 januari) – wit
(26 december – rood, wanneer de gedachtenis aan Stefanus dan wordt gevierd)
● Zondagen na Epifanie – groen
● Veertigdagentijd (vanaf Aswoensdag) – paars
(Vierde zondag van de Veertigdagentijd – roze)
(Palmzondag – paars, eventueel rood)
● Witte Donderdag – wit
● Goede Vrijdag – paars of eventueel rood
● Stille Zaterdag – wit; of eerst de kleur van Goede Vrijdag aanhouden (paars of rood)
en bij het binnendragen van het licht veranderen naar wit
● Pasen en zondagen na Pasen – wit
● Pinksteren – rood
● Trinitatis (= zondag na Pinksteren) – wit;
of als het niet expliciet als zondag Drie-eenheid wordt gevierd, groen
● Zomertijd – groen
● Herfsttijd – groen
(31 oktober Kerkhervorming – rood)
● Eeuwigheidszondag of Allerheiligen (gedachtenis van gestorvenen) – wit
Bijzondere momenten
● Avondmaal – volgt de kleur die op die zondag aan de orde is
● Doop – wit
● Belijdenis – wit
● Huwelijk – wit
● Uitvaart – wit (nadruk op opstanding) of paars (nadruk op rouw)
● Bevestiging ambtsdragers – rood (eventueel alleen bij de bevestiging, als de
bevestiging thematisch niet de hele dienst bepaalt. Dan kan het overige deel van de
dienst de gangbare kleur die aan de orde is.)
● (Her)ingebruikneming kerkgebouw – wit
● Gedenkdagen van personen uit de kerkgeschiedenis (apostelen, evangelisten,
martelaren) – rood
Doordeweeks blijft de kleur van de voorafgaande zondag hangen. Hierop zijn vier
uitzonderingen:
● Na de derde zondag van Advent (roze) hangt op de doordeweekse dagen paars
● Na de vierde zondag van de Veertigdagentijd (roze) hangt op de doordeweekse
dagen paars
● Na Pinksteren (rood) hangt op de doordeweekse dagen groen
● Na zondag Trinitatis (wit) hangt op doordeweekse dagen groen
In dit artikel wordt er meer uitleg gegeven over de liturgische kleuren.